Verdunningsgraad van de geneesmiddelen
HNaargelang het geneesmiddel (zowel de enkelvoudige als de samengestelde) worden meerdere, verschillende verdunningsgraden (‘potenties’ voor de door ritmische verdunning gepotentieerde geneesmiddelen, ‘concentraties’ voor de andere middelen) geproduceerd resp. voorgeschreven.
De toepassing ervan, m.n. de keuze van deze verdunningsgraad bij een welbepaalde patiënt, wordt bepaald door de voorschrijvende arts, volgens de inzichten en principes van de antroposofische geneeskunde.
De verdunningsgraad van de voorgeschreven geneesmiddelen ligt, algemeen gesproken, tussen:
- oertinctuur; de concentratie hiervan wordt voor elke uitgangssubstantie beschreven in de farmacopee;
- en de potentie ‘D 30’; dit komt overeen met 30 x 1/10 verdunning van de oertinctuur.
Wat bijvoorbeeld de plantaardige substanties betreft, betekent dit dat bepaalde (i.e. zeer vele) geneesmiddelen als ‘fytotherapie’ kunnen benoemd worden (bv. de oertinctuur van Echinacea, van eikenschors, van berkenblad, enz.)
Maar vermits ook deze middelen volgens de inzichten van de antroposofische geneeskunde worden bereid en voorgeschreven, horen ze in wezen thuis bij de antroposofische geneesmiddelenschat.
HOMEOPATHIE
De reguliere wetenschappelijke wereld verwerpt de mogelijkheid dat homeopathisch gedynamiseerde (of 'gepotentieerde') middelen ook maar enige werkzaamheid in het organisme kunnen hebben. Zij doet dit op basis van het reductionistisch natuurwetenschappelijk paradigma.
Een paradigma is een algemeen kader, waarbinnen de wetenschappelijke wereld denkt en onderzoek doet. Sinds bijna twee eeuwen is dit de gedachte dat aan alle verschijnselen in de wereld, zowel op het fysieke niveau (zwaartekracht, kleurverschijnselen, enz...) als op het niet-fysieke niveau (dus ook de menselijke gedachten, gevoelens, wilsbesluiten), enkel en alleen fysieke en chemische krachten ten grondslag liggen. Alle verschijnselen worden dus gereduceerd tot puur 'natuurwetenschappelijke' wetmatigheden. In deze manier van kijken wordt de wereld alsmaar verder verdeeld in 'deeltjes', bijvoorbeeld atomen, elektronen, ...
Ondertussen zijn er echter een andere theorie en onderzoeksveld ontstaan: de kwantumfysica. Hierin erkent men dat de idee van 'deeltjes' niet houdbaar is, maar heeft men het eerder over energie (informatie) die als het ware oscilleert tussen 'deeltje-zijn' en 'golf-zijn'. Vanuit deze theorie is misschien wél een (begin van) verklaring mogelijk over hoe homeopathische middelen een werkzaamheid in het menselijk organisme kunnen hebben. Van Prof. PETER HEUSSER et al. verscheen daarover een artikel in de Merkurstab (nr nov-dec 2021), het tijdschrift van de Duitse antroposofische artsenvereniging (GAÄD):
https://www.anthromedics.org/DMS-21426-DE