De drieledige organisatie van de mens
Wanneer we kijken naar het lichaam van de mens, dan kunnen we drie gebieden onderscheiden:
- Een 'bovenpool': het hoofd, dat in essentie het centrum van het zenuwen- en zintuigstelsel omvat, en waar we ons bewust worden van ons denken. Hier heerst het meeste bewustzijn, we zijn er goed wakker. Voor een goede functie van de hersenen is koelte en rust nodig. Ontbreken deze, bvb bij koorts of na een hersenschudding, dan geraakt ons heldere denken verstoord. Via de zintuigen nemen we de buitenwereld centripetaal in ons op. In alchemistische termen noemt men dit alles SAL-processen: afkoelend, verhardend, vormgevend.
- Een 'onderpool': het gebied van de buik, dat we ook de stofwisselings- en ledematenpool kunnen noemen. Hier vinden we warmte en beweging; bij afkoeling krijgen we er ziekteverschijnselen als kramp. Anderzijds verteren we er ons voedsel zonder dat we er met ons bewustzijn bij zijn; we 'slapen' er. Met de dynamiek van onze ledematen verbinden we ons vanuit onszelf centrifugaal met de buitenwereld: het is de basis van ons willen. Alchemistisch gesproken zijn dit SULFUR-processen: verwarmend, oplossend, vormeloos maken.
- Tussen beide gebieden in vinden we het 'middengebied': het gebied van onze ritmisch werkende organen: hart en ademhaling (longen). Deze organen zijn nauw verwant met ons gevoelsleven (emoties hebben het meest directe invloed op hartslag en ademhaling; bij een hevige schrik bijvoorbeeld stokt onze ademhaling of slaat ons hart op hol), dat we half bewust, als het ware dromerig ervaren. Hart en longen zijn organen die zich ritmisch openen en afsluiten; het hart is daarbij naar onze binnenwereld gericht (via de bloedstroom), de longen naar de buitenwereld (via de luchtstroom). Het ritmisch systeem werkt dus verbindend tussen boven- en onderpool. Alchemistisch: MERCURIUS-processen.
Wanneer één van de beide polen te sterk werkt kan ziekte ontstaan. Wanneer de dynamiek van het hoofd overheerst (bvb door een overmaat aan zintuiglijke indrukken) wordt de grondslag gelegd voor 'koude, verhardende en uitdrogende' ziekten als artrose en sclerose. Heeft daarentegen de onderpool relatief meer gewicht, dan ontstaan 'warme, oplossende' ziekten zoals de verschillende ontstekingsziekten. Het ritmische systeem heeft een belangrijke taak als bemiddelaar in het voorkomen van ziekten én in het genezingsproces: ritmisch leven (dagindeling, maaltijden,…) is hier dan uiterst belangrijk.