Wordt er van de patiënt ook iets verwacht?
Het gaat er in de antroposofische geneeskunde om inzicht te krijgen in de vele factoren die een rol spelen bij het ontstaan van ziekte. Dat is niet alleen een opgave voor artsen en therapeuten: ieder van ons kan zich afvragen welke elementen in zijn leven gezondheidsbevorderend zijn en welke niet.
Opvoeding en persoonlijke ontwikkeling kunnen gevolgen hebben voor gezondheid en ziekte. In een aantal situaties kan het voor een patiënt van belang zijn zich in vertrouwen over te geven aan de adviezen van de arts. Bij minder ernstige aandoeningen heeft de arts vaak meer de rol van adviseur op levensgebied. Antroposofische artsen verwachten van hun patiënten interesse ten aanzien van de eigen gezondheid. Daarom wordt veel aandacht geschonken aan zaken als goede voeding, opvoeding, levenswijze en zelfzorg. De laatste jaren wordt veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de invloed van “zelfregulering” op gezondheid, ziekte en genezing.
Aan de basis van deze gedachten ligt de overtuiging dat het organisme van de mens een zelfgenezend ('salutogenetisch') vermogen bezit. Zowel de voorgeschreven geneesmiddelen als de gezondheidsadviezen en de eigen werkzaamheid van de patiënt zijn gericht op het ondersteunen van dit zelfgenezingsvermogen.
Voor kleine kwalen als een verkoudheid of een dagje hoofdpijn ga je gewoonlijk niet naar een arts. Informatie over gebruik van antroposofische zelfzorggeneesmiddelen kun je vinden in “Gids voor ziektepreventie en zelfmedicatie” van de Nederlandse arts Paul Meeuwese.